Vorige week stond in het teken van NVIDIA. Dit aandeel levert de chips voor bedrijven die met artificial intelligence (AI) bezig zijn. De verwachtingen waren hoog gespannen en men voldeed aan de verwachtingen. De markten slaagde een zucht van verlichting. Het scenario waarbij de cijfers tegen zouden vallen en daarmee niet alleen NVIDIA maar de hele beurs naar beneden kon trekken is niet uitgekomen. We kunnen dus weer even rustig ademhalen, voordat de volgende gebeurtenis voor de deur staat. NVIDIA heeft een grote weging in de Nasdaq index. Dus met de meevallende cijfers van NVIDIA en de daarbij horende koersstijging, is het niet vreemd dat ook de Nasdaq het de afgelopen week een goede stijging kon laten zien. De index steeg met 1,41% voor de week en kon vrijdag op een nieuw slotrecord sluiten. De S&P 500 steeg voor de week met 0,03%. De Dow-Jones index moest voor de week een verlies noteren van 2,33%. Vorige week sloot de Dow-Jones nog op 40.003,59 punten. Wij schreven vorige week nog over een oud gezegde, namelijk: bezit van de zaak, einde van het vermaak. De jacht op de 40.000 puntengrens was gelukt, maar alle energie was uit de markt. Afgelopen vrijdag sloot de Dow-Jones op 39.069,59 punten. Een verlies van bijna 1.000 punten in een week. En dat soort uitslagen dames en heren maakt een vermogensbeheerder zo zenuwachtig!

 

Hogere koersen worden na gejaagd. Ogenschijnlijk kan niks de opmars tegen houden. Goed nieuws, wordt als goed nieuws gezien en slecht nieuws wordt ook als goed nieuws gezien. Maar als het doel bereikt is, kan het opeens snel gaan. Alle ogen zijn dit jaar gericht op AI. Dit is het toverwoord voor de toekomst. Met AI gaan we een nieuwe tijdsperiode in, waarbij iedereen profiteert. Vooral de bedrijven die zich opeens daarmee bezig houden. Natuurlijk zijn er winnaars, maar er komen ook verliezers. Er wordt momenteel enorm veel geld gepompt in alles wat met AI te maken heeft. Bijna precies hetzelfde deed zich voor eind jaren negentig van de vorige eeuw. Toen zagen we ook dat alles wat met internet te maken had, alleen maar kon stijgen. Tussen 1995 en de piek in maart 2000, steeg de Nasdaq index 800%. Eind oktober 2002 stond de Nasdaq index 78% lager dan in maart 2000. Daarmee waren alle winsten volledig verdampt. Veel bedrijven gingen failliet en zelfs de grote bedrijven moesten fors terug. De reden achteraf dat de bel barste, waren een aantal renteverhogingen door de heer Greenspan. Klinkt dit bekend? De rente is in de afgelopen anderhalf jaar in Amerika verhoogd van 0% naar 5,5%. Veel bedrijven toen verloren dagelijks geld, maar dat was niet erg, want men zou dat later terug verdienen. Momenteel zien we hetzelfde. Buiten dat de rente was gestegen was er nog een katalysator. Namelijk Japan maakte cijfers bekend, waardoor dit land in een recessie belande. Verander Japan in China en we hebben bijna hetzelfde recept vandaag de dag. Wat er toen niet was, maar nu wel is een inflatiecijfer dat maar niet wil zakken. Komende vrijdag komt het Personal Consumption Expenditures (PCE) cijfer naar buiten. Net als het consumentenprijsindexcijfer, is dit een graadmeter voor de inflatie in Amerika. Een recessie hoeft niet de katalysator te zijn om een markt de andere richting op te laten gaan, het gaat om een katalysator. Dat kan ook een escalatie zijn in het Midden-Oosten of een aanval van China op Taiwan. Een katalysator kan van alles zijn. Onze zorg is dat mensen momenteel meer en meer risico’s nemen en niet kijken naar onderliggende problemen. Alles wordt van tafel geveegd met het argument dat er nu een andere tijd is aangebroken. Maar als iedereen opeens door dezelfde deur naar buiten wil, gaat het fout. Dan zijn er opeens geen kopers meer te vinden. Wekelijks wordt er een enquête gehouden onder Amerikaanse vermogensbeheerders. In de afgelopen periode geeft het cijfer aan dat men boven de 100% belegd is. Hoe kan dat? Men leent geld op een portefeuille om nog meer aandelen te kunnen kopen. Maar als de waarde opeens daalt, dan moet men gedwongen verkopen, tegen elke prijs. Dan kan een rustige daling opeens veranderen in een lawine van verkooporders die dagen en weken kan aanhouden. Wij zijn al maanden voorzichtig. Dit omdat we zoveel gelijkenissen zien met wat er in eind jaren negentig plaats vond. We lopen liever een paar procent stijgingen mis, dan opeens verrast te worden door snelle dalingen en paniekverkopen. Zoals we vorige week al melden, onze eerste taak is het beschermen van het vermogen en pas daarna het optimaliseren van het rendement. Het risico is momenteel heel hoog, al lees je daar relatief weinig over in de media. Daar schrijft men alleen maar over hoe goed het gaat en dat AI de toekomst is. Dat is ongetwijfeld het geval, maar het najagen van aandelen en het negeren van negatief nieuws, zal in tranen eindigen. Wij verwachten, als de bel barst, geen ordentelijke daling. Meer een crash. Vandaar dat wij denken dat de indexen zich opmaken voor een daling van rond de 25% en wellicht zelfs meer. Het enige wat nodig is, is een speldenprik om de bel te laten klappen.