In de afgelopen week hadden we te maken met veel richtinggevend nieuws. Allereerst de kwartaalcijfers. Het was de drukste week voor cijfers voor de afgelopen periode. Tot nu toe vielen de cijfers mee, nadat de verwachtingen wel heel laag gezet waren. Het is te merken dat de consument een rem op de bestedingen aan het zetten is. Dit is goed nieuws voor inflatie. Met minder bestedingen, komt het inflatiecijfer naar beneden. Dat is wat iedereen graag wil zien. Het stelsel van centrale banken in Amerika (FED) hield zijn bijeenkomst afgelopen dinsdag en woensdag. Volgens verwachting werd de rente in Amerika met 0,25% verhoogd. Volgens verwachting werd ook de deur open gehouden voor nog een verhoging dit jaar, mochten de cijfers daarom vragen. De Europese Centrale Bank (ECB) volgde een dag later met ook een renteverhoging van 0,25%. Ook deze was verwacht en ook hier waren er geen verrassingen tijdens de persconferentie na de aankondiging. Op vrijdag kwam het favoriete inflatiecijfer van de FED naar buiten en die viel iets lager uit dan verwacht. Dat zorgde ervoor dat ook op vrijdag de beurzen konden oplopen. Kortom, de beurzen waren blij dat er geen grote uitslagen waren en konden daarom de week in de plus afsluiten. De Dow-Jones steeg met 0,7% voor de week. De S&P 500 deed het beter, met een stijging van 1%. De Nasdaq kon de grootste stijging noteren met een plus van 2% voor de week.

 

De beurzen kabbelen verder omhoog met nog een drukke cijferweek voor de boeg. De komende week is nog een hele drukke week met cijfers van grootmachten zoals Apple, Merck, PayPal, Qualcomm, Amazon en Airbnb. Ook macro-economische cijfers zijn er in overvloed. Met op vrijdag het aantal nieuwe banen rapport wat voorbeurs uitkomt. De week daarna neemt de cijferregen fors af en komen we in de stilste periode van dit jaar terecht. Veel beleggers zijn nog op vakantie en we zien dan ook dat de omzetten vrij laag zijn. Wellicht is dat ook de reden waarom de indexen maar blijven oplopen. De cijfers welke voor ons opvallen zijn de cijfers vanuit China. Daar is de export de afgelopen vier maanden gedaald. Keer op keer zijn deze cijfers verrassend. De verwachting was dat er een enorme vraag zou zijn, toen China eindelijk zijn Corona maatregelen ging versoepelen. We hebben dat maar heel even gezien. Dat was tegenvallend. De vraag naar goederen in China zelf is ver achter gebleven met de voorspellingen. Daarnaast is de export vanuit China ook in elkaar gezakt. Dit rijmt niet helemaal met de ontwikkelingen die we wereldwijd zien. De groei van de wereld economie was veel hoger dan verwacht. Toch loopt de vraag naar Chinese artikelen dus fors terug. Dat kan betekenen dat de rest van de wereld zijn inkoopbeleid heeft verschoven naar andere landen, omdat China zo lang gesloten was door de Corona maatregelen. Of de vraag naar goederen is wereldwijd afgenomen. Dat laatste correleert weer niet met de groei van de economie in bijvoorbeeld Amerika en Europa. Er is nog een derde mogelijkheid. Maar die is meer zorgwekkend. Dat is namelijk dat we de groei van een economie anders berekenen dan voorheen. We hebben in de afgelopen twee jaar gezien dat vooral de Amerikaanse overheid cijfers opeens anders berekend dan in de afgelopen tientallen jaren. Vroeger was de definitie van een recessie, twee kwartalen op rij een negatieve groei van de economie. 40 jaar geleden, toen ik nog op school zat, stond dit in de economie boeken. Als we nu op Wikipedia kijken is er een heel ander verhaal. Dit is niet het enige cijfer dat opeens heel anders wordt opgebouwd. Dat politici willen scoren, dat snapt iedereen. Maar de huidige regering is meester in het veranderen van definities, zodat het lijkt alsof men een geweldige klus klaart. Ook in Europa zien we dit met name door Brussel gebeuren. Is dit het vervalsen van de geschiedenis? De toekomst zal het leren, maar apart is het wel. Om het maar eens voorzichtig te zeggen. Het vergelijken van data wordt hierdoor natuurlijk wel moeilijker gemaakt. De cijfers lijken hierdoor wel een stuk beter, ten opzichte van de oude methodieken. Wij proberen nog steeds appels met appels te vergelijken. Als we dat doen, dan moeten we geloven dat de vraag naar Chinese producten niet compleet is overgenomen door andere landen. Maar dat de vraag naar producten daadwerkelijk is afgenomen en dat het een kwestie van tijd is, dat de bedrijven door hun voorraden heen zijn en dat het duidelijk wordt, dat vooral de Amerikaanse economie er minder goed voorstaat dan momenteel ons wordt voorgeschoteld. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben voor de waarderingen van de markten. Die kunnen dan opeens wel eens veel te duur zijn. Iets wat wij nu ook vinden. Wij zijn al langer meer cash aan het opbouwen. We missen hierdoor het laatste deel van de stijgingen. Maar de lucht daarboven is voor ons te ijl. Dus kiezen we ons heil voorlopig even in cash en rente op de rekeningen. Als we een correctie gaan zien, dan zullen we de cash zeker gaan gebruiken om onze posities op te bouwen. Maar voor nu vinden we de prijzen voor aandelen veel te hoog!